Ach prinses, de dag dat u mij ontdekte
stierf mijn laatste sprankje hoop.
De baas in mij werd star van afgrijzen
bij het zien van uw verliefde gekte.
Ik, voorgoed geketende dwaas,
ging zonder morren aan het dromen,
waarbij ik donders goed wist
dat daar nooit iets van terecht zou komen.
Voor mij bestond alleen mijn eigen wereld.
U echter zag ik gaan als in een film
waar u altoos stralend van het doek afperelt...
Hoe kon ik weten dat u naar mij zou afdalen,
naar mijn bespottelijk aards niveau?
Hier stond u - hoe kon ik nu ooit bij u aanpalen...