Tijdens de avondwandeling…
Met de regen kwam niet alleen verkoeling op het strand,
hij bracht ook de ondragelijke pijn uit zijn verleden terug.
Natuurlijk waren zijn klachten op de waarheid gebaseerd,
toch voelden ze aan als achterdochtig en onomkeerbaar.
Het verlangen dat hij onderdak gaf verdronk in het water.
Was dit niet immers de helende tijd die hij nodig had?
Achterom kijkend hoe zijn leven zich in herinneringen herhaalde
sprak uit alles de angst en weerzin van het eeuwige lijden.
(Zie de dood, hij is geduldig, zwijgzaam met twee gezichten,
hij wacht met vochtige lippen op de laatste ademzucht.)
Het lichaam waarin hij woonde was niet meer sacraal,
maar verwierf zich tot een plas die was achtergebleven na de regenval.
Ik groette hem met de rug tegen de muur, zijn ogen droef en leeg.
Noodlottig waren de gedachten die als zand door zijn vingers glipte.
Overgeleverd aan een ziekte die door onbegrip gevoed werd
riep hij bevend mijn naam, beschaamd schreeuwde ik geluidloos.
Door de wreedheid van het leven stopte de klok met tikken,
betraand nam ik afscheid, verdween in de stilte van de schemer…
esteban 22/06/2021